2

Ik kan alle stappen makkelijk doorlopen

Wat willen mensen met een licht verstandelijke beperking?

Mensen met een licht verstandelijke beperking moeten zelf eenvoudig zorg en steun kunnen aanvragen. Ze mogen geen lastige dingen tegenkomen. Van begin tot eind moeten alle stappen naar de juiste hulp makkelijk zijn.

Hoe zorgt de gemeente hiervoor?

  • Een duidelijke website. Een website met makkelijke woorden, korte zinnen, korte stukjes tekst en plaatjes. Als het kan ook met filmpjes met uitleg.
  • Dat snel duidelijk is hoe je kunt zoeken op de website. Bij een goede zoekmogelijkheid zie je de juiste resultaten snel. Ook is het handig als er niet te vaak geklikt hoeft te worden om naar andere pagina’s te komen.
  • Dat een inwoner vragen kan stellen via de website, whatsapp of e-mail.
  • Dat een inwoner altijd antwoord krijgt op een vraag die hij of zij online via de website of via de mail heeft gesteld.
  • Dat als de inwoner belt, er duidelijk wordt verteld wanneer iemand zijn vraag kan beantwoorden. Of laten weten dat het niet gelukt is om iemand te vinden die de vraag kan beantwoorden.
  • Dat de inwoner wordt teruggebeld binnen de afgesproken tijd. Of op het afgesproken tijdstip.
  • Eenvoudig in te vullen formulieren.
  • Brieven aan de inwoner waarin de stappen die de inwoner moet doen duidelijk worden uitgelegd. Brieven moeten ook op de persoonlijke situatie van de inwoner slaan.
  • Persoonlijke hulp als het de inwoner alleen niet lukt om de formulieren in te vullen. Of men de stappen niet kan volgen.

Wat gebeurt in de praktijk?

Als mensen met een licht verstandelijke beperking hulp zoeken, lopen ze tegen problemen aan. Hierdoor haken ze af.

  • Ze vinden op de website geen informatie die bij hun vraag past, zoals contactgegevens van de gemeente.
  • Ze krijgen geen antwoord op de vraag die ze hebben gemaild.
  • Ze moeten hun Digid op de website invullen, maar dat lukt niet.
  • Ze horen een keuzemenu als ze bellen, daardoor raken ze in de war.
  • Ze worden onvriendelijk en ongeduldig te woord gestaan, bijvoorbeeld aan de telefoon.
  • Ze worden fout doorverwezen. Of ze worden niet geholpen, terwijl de gemeente dit wel moet doen.
  • Ze worden niet teruggebeld.
  • Als ze na een gemiste oproep terugbellen en een voicemail te horen krijgen die zegt dat je wordt teruggebeld.
  • Ze worden niet op tijd teruggebeld. Hierdoor is hun begeleider er niet meer bij.
  • Ze kunnen geen persoonlijk gesprek krijgen.
  • Ze snappen niet wat er precies in een brief of mail staat.
  • Ze vinden de formulieren te moeilijk om zelf in te vullen.

De laatste drie punten zijn vaak een probleem bij het zoeken naar werk. En bij het aanvragen van bijzondere bijstand.

Voorbeelden:

  • Judith wil graag hulp bij het vinden van werk. Judith krijgt er buikpijn van en gaat ook erg aan zichzelf twijfelen. ‘Heb ik wel het goede nummer gedraaid?’, ‘Is mijn mailtje wel aangekomen?’ Ze kan er op het laatst niet meer van slapen. Het lange wachten en de vele telefoontjes zijn teveel voor Judith. Alles heeft zo lang geduurd, dat de afspraak niet meer nodig is. Judith vindt dit heel jammer, want ze had een belangrijke vraag over het zoeken van werk.
  • Ellis zoekt hulp bij het vinden naar werk, maar heeft geen uitkering. Als je op zoek bent naar werk, is dat lastig voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Zo vindt Ellis. ‘Je wordt niet goed geholpen’, zegt Ellis. ‘Ik kreeg geen persoonlijk gesprek. Ik moest maar weer mailen. Het was moeilijk om de stappen te volgen. Ik moest moeilijke dingen invullen op de website. En dan moest ik hulp vragen bij het buurtteam. Werk en Inkomen helpt zelf niet persoonlijk. Er zullen veel mensen zijn die geen hulp krijgen’
  • Toen Gerard belde, zei men dat hij werd teruggebeld. Men zei niet wanneer. Gerard wilde bij de telefoon blijven wachten, omdat hij dacht dat hij meteen werd teruggebeld.

Tips van Toezicht Sociaal Domein:

  1. Test de werkwijze met de doelgroep. Zet ervaringsdeskundigen in om de toegang tot het sociale domein te testen.
  2. Stem teksten in mails en brieven af op de vraag van de persoon.
  3. Als je toch een moeilijke brief moet sturen, voeg een bijsluiter in eenvoudige taal toe. Alleen kun je dan aan de bijsluiter geen rechten ontleden. Maar dan heb je het toch eenvoudig uitgelegd.
  4. Zorg voor een automatische controle. Zodat je zeker weet dat iedere inwoner (tijdig) antwoord krijgt als hij heeft gebeld of gemaild.

Ik kreeg geen persoonlijk gesprek. Ik moet maar weer een e-mail sturen. Dat zeiden ze aan de telefoon. Ik vond het te moeilijk om de stappen te volgen die in de mail stonden.

- Ellis


Lees het hele verhaal

Ik zou teruggebeld worden. Ik wilde de hele middag bij de telefoon wachten. Niemand belde die middag terug.

- Gerard


Lees het hele verhaal