Het verhaal van Theo

Hoe toegankelijk is het sociaal domein van Weststellingwerf?

Theo zoekt naar hulp met zijn administratie
Theo is een man met humor. Theo is een man van ongeveer veertig jaar. Hij is spontaan. En hij heeft veel humor. Hij maakt grapjes en lacht vrolijk. In het café drinkt hij graag een biertje.

Hij heeft een licht verstandelijke beperking. Hij is moeilijk te verstaan. Hij wil graag dat mensen dat tegen hem zeggen. Dan kan hij zijn woorden herhalen. Ook heeft hij een lichamelijk handicap. Hij kan één arm niet goed gebruiken. Hij loopt ook wat moeilijk.

Theo woont alleen. Hij krijgt dagelijks hulp. Zijn broer regelt zijn administratie en geldzaken. Hij werkt een paar dagen per week bij de LFB. De LFB is een vereniging voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Ook werkt hij een paar dagen bij een sociale werkplaats.

Theo bedenkt een vraag
Theo doet mee aan ons onderzoek. Hij bedenkt een vraag over zijn administratie. Theo doet alsof zijn broer zijn administratie niet meer kan doen. Hij verzint dat zijn broer vaak in het buitenland is. Daarom kan hij Theo niet meer helpen.

Hij zoekt samen met zijn begeleider naar het antwoord. Eerst onderzoekt Theo hoe de website van de gemeente werkt. Ook mailt hij en belt hij met de gemeente. Daarna gaat hij op bezoek bij het gemeentehuis. Vervolgens gaat hij hulp vragen bij het gebiedsteam Noordwolde. Tenslotte neemt Theo contact op met Humanitas. Humanitas helpt mensen zoals Theo.

Deel 1: Theo begint met de website. Dan mailt en belt hij
Theo zoekt eerst op de website van de gemeente. Hulp met administratie hoort bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, afgekort WMO. Dat weet Theo. Hij vult daarom ‘WMO vraag’ in op de website.

Er verschijnen resultaten op de website. Hij weet zelf niet zo goed waar hij op moet klikken. Zijn begeleider helpt. Hij moet klikken op: ‘WMO: begeleiding en dagbesteding.’

Daarna klikt hij op: ‘Hulp bij administratie.’ Hij komt op een pagina over ‘hulp bij geldzaken en schulden’. Hij vindt op die pagina alleen informatie over het oplossen van schulden. Maar niets over hulp bij de administratie.

Theo stuurt een e-mail naar de gemeente
Theo mailt het standaard e-mailadres van de gemeente: info@weststellingwerf.nl. Hij schrijft:

‘Beste dames en heren,
Ik heb een hulpvraag bij administratie. Mijn broer kan de administratie niet meer doen. Daarom vraag ik hulp bij mijn administratie. Het is niet de bedoeling dat ik een bewindvoerder krijg.’

Hij schrijft in de e-mail ook zijn adresgegevens en e-mailadres. Hij schrijft geen telefoonnummer op. Hij wil niet gebeld worden. Dat vindt hij te spannend. Hij krijgt meteen een standaard e-mail terug. De gemeente heeft zijn e-mail ontvangen.

Theo belt naar de gemeente
Theo wil ook bellen. Hij zoekt op de website naar het telefoonnummer van de gemeente. Hij wil liever bellen met het buitenlandse nummer. Hij weet dat het algemene nummer een keuzemenu heeft. Dat wil hij niet. Theo belt. Dan blijkt dat het buitenlandse nummer ook een keuzemenu heeft.

De stem van het keuzemenu zegt: ‘Pak alvast je burgerregistratienummer.’ Iedere Nederlander heeft zo’n nummer. Theo is verbaasd. Hij heeft het niet bij de hand. Hij weet wel de laatste cijfers van het nummer.

De mevrouw aan de telefoon is vriendelijk
Hij krijgt een mevrouw aan de telefoon. Ze is vriendelijk en rustig. Ze kan hem alleen niet verstaan. Ze hoort het woord ‘administratie’. Ze herhaalt het woord. Ze begrijpt alleen niet welke hulp Theo wil.

Ze verstaat het woord ‘boekhouding’ niet. Ze vraagt of Theo iemand van de administratie bij de gemeente wil spreken. Ze vraagt: ‘Kan iemand anders mij misschien bellen?’ Dan hangt Theo op.

Theo vindt het gesprek niet fijn
Theo vindt het gesprek niet fijn. Is hij echt zo slecht te verstaan? Theo heeft de ervaring dat mensen het gesprek vaak afkappen.

Is Theo goed geholpen? ‘Ja en nee’, zegt Theo. Ze was eerlijk. Ze vroeg of iemand anders kon bellen. Ze bleef maar vragen stellen. Ze praatte ook veel. Dat vond Theo goed. Haar advies was duidelijk. Maar de mevrouw heeft hem niet begrepen en niet geholpen.

Antwoord van de gemeente
Dan wordt Theo gebeld door zijn broer. Iemand heeft hem gebeld. Zijn broer snapt er niets van. Waarom mag hij Theo’s administratie niet meer doen? Zijn broer wist niet dat Theo aan dit onderzoek meedeed. Zijn broer vraagt aan Theo of Theo zelf de gemeente wil terugbellen. Hij vraagt zich ook hardop af: ‘waarom belden ze Theo niet zelf?’ Theo vindt het ook raar.

Na het gesprek met zijn broer leest Theo een e-mail. Hij kreeg die van de gemeente. Er staat: Theo’s e-mail is ontvangen. Verder staan er veel moeilijke woorden in. Maar Theo begrijpt dat ze hem niet kunnen helpen.

De vraag is doorgestuurd naar de begeleider bij Talant. Talant is de zorgorganisatie die Theo hulp biedt. Theo kent de begeleider niet. Zij belt met hem en zijn broer. Aha! Daarom was zijn broer gebeld.

Daarna zal ze bellen met de gemeente. Maar hij hoort daarna niets meer van de gemeente. Theo belt zelf met de vrouw die zijn broer had gebeld. Hij krijgt het antwoordapparaat. Hij spreekt niets in. Hij kent haar niet.

Deel 2: Theo gaat naar de gemeente toe
Theo zoekt naar het adres van het gebiedsteam. Er zijn drie gebiedsteams in Weststellingwerf. Elk team helpt een deel van de gemeente. Hij woont in Wolvega-Oost. Er is een team dat Wolvega-Oost helpt.

Het telefoonnummer van het gebiedsteam Oost-Wolvega is het algemene nummer van de gemeente. Dan heeft bellen geen zin, vindt Theo. Hij vindt het jammer dat hij niet direct naar het gebiedsteam kan bellen.

De mensen van het gebiedsteam Oost-Wolvega zitten in het gemeentehuis van Wolvega. Theo en zijn begeleider gaan daar samen heen. De begeleider zet de auto weg. Theo loopt alvast naar de balie van de gemeente. Hij is gelijk aan de beurt.

Theo wil geen huishoudelijke hulp
Een man achter de balie helpt Theo. De man zit op een krukje een stukje naar achteren. Er zit een vrouw naast. Ze heeft een koptelefoon op. Het is de vrouw die Theo aan de telefoon had.

Theo wil met het WMO-loket praten voor hulp bij de administratie. Ze zeggen dat er geen WMO-loket is. Ze willen dat Theo een formulier voor huishoudelijke hulp invult. De man duwt Theo het formulier onder zijn neus. Theo wil alleen geen hulp in het huishouden. Hij wil hulp bij zijn administratie.
Daarom wil hij het formulier niet.

Theo vertelt dat zijn broer hem niet meer kan helpen met zijn administratie. Maar ze kunnen hem alleen helpen met hulp in het huishouden. Ze kunnen niet helpen met zijn administratie. Ze vragen aan zijn begeleider: ‘Kan jij hem niet helpen?’ Ze zegt dat ze dat niet kan. Ze sturen Theo weg. Hij moet zelf iemand zoeken die hem helpt met zijn administratie.

Theo vindt het geen fijn gesprek
Theo vindt het geen fijn gesprek. Hij is niet geholpen. Theo begreep wel alles. Hij is teleurgesteld. Theo vindt dat de mensen achter de balie een opleiding moeten krijgen. Dan waren ze misschien vriendelijker geweest. Ze hadden hem misschien ook meer vragen gesteld. Ze hadden hem dan niet zomaar weggestuurd.

Deel 3: Theo gaat naar het gebiedsteam Noordwolde
Daarna gaat Theo samen met een begeleider naar het gebiedsteam in Noordwolde. Op de website staan geen tijden wanneer ze open zijn. Ze gaan dus maar gewoon.

Het team zit in een buurthuis. Theo en zijn begeleider kunnen de ingang moeilijk vinden. Er zijn meerdere deuren. Er is geen bordje voor het team. Daarom lopen ze maar naar binnen in het buurthuis. Ze vragen waar het gebiedsteam zit. Een man wijst hen de weg. Ze moeten een deur door. Ze zien een loket met schuifraam en twee kamers. Er staat niemand te wachten bij het loket.

Humanitas helpt bij administratie
Een vrouw achter het loket opent het schuifraam. Theo zegt dat hij hulp nodig heeft bij de administratie. Hij vraagt: ‘Hebben jullie daar mensen voor?’ Ze vertelt: ‘Wij hebben geen mensen voor hulp met administratie. Humanitas helpt wel met administratie.’

De vrouw achter het loket vertelt: ‘Je kan bellen naar Humanitas.’ Ze vraagt of ze het nummer moet opschrijven. Theo zegt ‘ja’. Ze loopt naar een tafel. Daar schrijft ze het nummer op een geel papiertje.

De mevrouw helpt Theo goed
Ze vraagt of Theo ook het e-mailadres wil. Theo wil dat wel. Theo vindt dat fijn. Ze heeft vast gehoord dat Theo moeilijk praat.

Ze vertelt dat mensen van Humanitas bij hem thuiskomen. Maar dat hoort Theo niet goed. Ze zit ook zo ver weg. Ze staat op en geeft het papiertje aan Theo. Hij zegt: ‘Dankjewel.’ Hij neemt het papiertje mee naar huis.

Theo is goed geholpen, vindt hij. Ze luisterde goed. Ze stelde vragen. En ze praatte alleen tegen Theo. Ze gaf hem een papiertje met gegevens. Nu kan hij zelf bellen of mailen voor hulp.

Theo mailt Humanitas
Theo mailt zijn vraag naar Humanitas. Hij probeert Humanitas ook te bellen. Hij krijgt het antwoordapparaat. De stem aan de telefoon vraagt hem om zijn naam en telefoonnummer. Hij spreekt niets in.

Hij vertelt aan zijn begeleider: ‘Misschien word ik teruggebeld. Dat vind ik spannend.’ Ze spreken af dat hij zijn naam en telefoonnummer toch inspreekt. Als hij gebeld wordt, zegt hij dat hij aan het werk is. Dan belt hij later terug.

Deel 4: Theo belt met Humanitas
Humanitas belde Theo twee of drie keer. Hij zei elke keer dat hij aan het werk was. Theo belt de mevrouw van Humanitas dan zelf. Theo’s begeleider is er dan bij. Ze maken een afspraak. Ze zal bij hem thuiskomen. Ze is erg aardig.

Een paar dagen later belt Theo weer naar Humanitas. Hij belt samen met zijn begeleider. Zij doet het woord. De afspraak hoeft natuurlijk niet door te gaan. Zijn vraag was niet echt. De begeleider zegt voor Theo zijn afspraak daarom af. De begeleider zegt dat zij Theo zal helpen.

De mevrouw van Humanitas vindt het fijn dat Theo hulp krijgt. Ze kon Theo maar zes maanden of een jaar helpen. Theo vraagt zich dan af: ‘Als hij echt hulp wilde, wie zou hem dan na dat jaar helpen?’.

In het kort: het viel niet mee. Maar Theo kreeg hulp

Op de website kon Theo geen hulp vinden. Wel vond hij daar een telefoonnummer, e-mail en adres. Als Theo belt, is de mevrouw vriendelijk. Maar ze verstaat hem slecht. En ze vraagt of iemand anders kan terugbellen.

Theo gaat ook naar het gemeentehuis. Theo vond het gesprek op het gemeentehuis niet fijn. Ze wisten niet welke hulp Theo kon krijgen. Dat is gek. Hij werd ook niet doorgestuurd naar het gebiedsteam. Dat team zit zelf ook in het gemeentehuis. Hij werd zonder hulp weggestuurd. Bij het andere gebiedsteam in Noordwolde boden ze wel de hulp van Humanitas aan.

Via de mail is Theo ook niet goed geholpen. Zijn broer werd gebeld. Dat vinden Theo en zijn broer raar. Waarom belden ze niet met Theo zelf? En wie was die mevrouw die hij moest terugbellen?

Het gebiedsteam in Noordwolde hielp Theo goed. De mevrouw was vriendelijk. Ze vroeg goed door. Ze gaf hem het telefoonnummer en e-mailadres op papier mee. Ook is Theo blij dat Humanitas hem met zijn administratie wilde helpen. Al was het maar voor even.

Terug naar overzicht